A

Afstraalhoek
De afstraalhoek is de hoek waaronder een infraroodpaneel warmtegolven verspreidt. Een kleine afstraalhoek (bijvoorbeeld 60°) geeft een geconcentreerde warmte, ideaal voor puntverwarming zoals een bureau of zithoek. Een grotere afstraalhoek (90° of meer) verdeelt de warmte over een groter oppervlak, maar de intensiteit per vierkante meter wordt lager. Bij plafondpanelen is dit cruciaal: te klein en de warmte voelt gefocust, te groot en de warmte gaat verloren in de ruimte.

Ampèrage (A)
Ampèrage is de stroomsterkte die een paneel trekt. Een standaard 600W paneel op 230V trekt ±2,6 ampère. Bij meerdere panelen moet je dit optellen: plaats je 4 panelen van 600W op één groep, dan is de belasting ±10,4A. Omdat een standaard groep maximaal 16A aankan, is het belangrijk dit goed te berekenen. Vaak is een aparte groep in de meterkast nodig bij gebruik van meerdere panelen in één ruimte.


C

Convectorverwarming
Convectorverwarming werkt door lucht in de ruimte op te warmen. Warme lucht stijgt op, koelt af en zakt weer, waardoor luchtcirculatie ontstaat. Dit geeft vaak een ongelijkmatige warmte: warme lucht onder het plafond, koud bij de vloer. Infrarood werkt tegenovergesteld: het verwarmt objecten en mensen rechtstreeks, waardoor minder luchtcirculatie ontstaat en de gevoelstemperatuur sneller bereikt wordt.

CO₂-reductie
Omdat infraroodpanelen elektrisch werken, stoten ze zelf geen CO₂ uit. De daadwerkelijke CO₂-reductie hangt af van de stroombron: met grijze stroom is de winst beperkt, maar met zonnepanelen of groene energie kan infraroodverwarming bijna CO₂-neutraal zijn. Zeker in combinatie met een goed geïsoleerde woning kan dit een aanzienlijke milieuwinst opleveren.


D

Diffusie
Diffusie is het verspreiden van infraroodgolven wanneer ze oppervlakken raken. Bij een matte muur worden de stralen deels geabsorbeerd en deels verspreid, waardoor de warmte gelijkmatig de ruimte in terugstraalt. Dit effect draagt bij aan het comfortabele, “zonnige” gevoel van infraroodverwarming, omdat meerdere oppervlakken in de kamer warmte gaan uitstralen.


E

Efficiëntie
Infraroodpanelen zetten meer dan 95% van de opgenomen elektriciteit om in warmte. Daarmee zijn ze technisch gezien zeer efficiënt. In de praktijk hangt de ervaren efficiëntie samen met de plaatsing en isolatie: een goed geplaatst paneel kan met minder energie een hoger comfortniveau geven dan een convector.

Emissiecoëfficiënt
Dit is een getal tussen 0 en 1 dat aangeeft hoe goed een oppervlak warmte kan uitstralen. Een emissiecoëfficiënt van 1 betekent perfecte uitstraling (zwart lichaam). Infraroodpanelen worden vaak afgewerkt met materialen zoals glas of poedercoating, die een hoge emissiecoëfficiënt hebben (±0,9–0,95). Hierdoor geven ze optimaal warmte af.


F

Far Infrared (IR-C)
Langgolvige infraroodstraling met een golflengte tussen 3.000 en 1.000.000 nanometer. Deze straling is onzichtbaar, zacht en voelt comfortabel op de huid. Dit is de vorm van infrarood die in woningen en kantoren gebruikt wordt, omdat het veilig is en niet de scherpe hitte heeft van kortgolvige stralers.


H

Hoofdverwarming
Een verwarmingssysteem dat voldoende vermogen levert om een ruimte volledig op temperatuur te houden, ook in de winter. Infrarood kan prima als hoofdverwarming functioneren mits het goed berekend is. Richtwaarden: 50–100 watt per m², afhankelijk van isolatie en raamoppervlak. Voor een woonkamer van 30 m² in een matig geïsoleerd huis is dus ±2.400W aan panelen nodig.


I

Installatievermogen
Het totaal elektrisch vermogen van alle infraroodpanelen in een woning. Dit wordt berekend in watt of kilowatt en bepaalt de belasting op de elektrische installatie. Bij een moderne woning kan dit makkelijk 5–10 kW zijn. Een elektricien bekijkt of er aparte groepen nodig zijn of een 3-fase aansluiting.

Isolatiegraad
De mate waarin een gebouw warmte vasthoudt. Hoe beter geïsoleerd, hoe minder vermogen je nodig hebt om de ruimte warm te houden. Een nieuwbouwwoning met label A kan vaak met 50 W/m² verwarmd worden, terwijl een slecht geïsoleerde woning eerder richting 100 W/m² gaat.


K

Kortgolvig infrarood (IR-A)
Straling met golflengte 780–1.400 nm. Dit voelt heet aan en geeft vaak een oranje-rood licht. Wordt gebruikt in horeca- en terrasverwarmers of industriële processen. Niet geschikt voor permanente woningverwarming, omdat het oncomfortabel en fel is.

Kilowattuur (kWh)
De rekeneenheid voor energieverbruik. Een paneel van 1000W dat 1 uur draait, verbruikt 1 kWh. Bij een stroomprijs van €0,25 kost dat €0,25. Dit maakt de kosten van infraroodverwarming eenvoudig inzichtelijk.


L

Langgolvig infrarood (IR-C)
De meest gebruikte vorm van infraroodverwarming in woningen. Golflengte tussen 3.000 nm en 1 mm. Voelt comfortabel en zacht aan, vergelijkbaar met de warmte van zonnestralen.


M

Montagehoogte
De hoogte waarop een paneel wordt geplaatst. Te laag kan oncomfortabel heet aanvoelen, te hoog vermindert het effect. Richtlijn: 2,2–2,7 m. Bij hoge plafonds worden vaak krachtigere panelen gebruikt of wordt gekozen voor plafondophanging boven de zithoek.


P

Piekvermogen
Het maximale vermogen dat een paneel kortstondig trekt bij inschakelen. Bij infraroodpanelen is dit vrijwel gelijk aan het nominale vermogen, in tegenstelling tot apparaten met motoren die een hogere piek hebben.

Plaatsingsbereik
Het oppervlak dat effectief verwarmd wordt. Dit hangt af van het vermogen, de afstraalhoek en de montagehoogte. Een 600W-paneel kan ongeveer 8–12 m² goed verwarmen als bijverwarming.


R

Reflectie
Het terugkaatsen van infraroodstraling. Gladde, glanzende oppervlakken (zoals ramen of tegels) reflecteren meer, waardoor warmte soms “verloren” gaat of een ander deel van de kamer bereikt. Bij de plaatsing van panelen moet hier rekening mee worden gehouden.

Rendement
Bijna 100% van de gebruikte elektriciteit wordt omgezet in warmte. Toch is het rendement in comfortbeleving afhankelijk van de toepassing: een goed geplaatst paneel geeft met minder vermogen meer warmtegevoel dan een slecht geplaatst convector.


S

Stralingswarmte
Warmte die wordt overgedragen via elektromagnetische golven, niet via lucht. Het verwarmt direct de huid, meubels en muren. Dit zorgt voor een gelijkmatige verdeling en voorkomt tocht of luchtcirculatie.

Specifiek vermogen
Het benodigde vermogen per m² vloeroppervlak. Een belangrijke rekentool voor installateurs: bij goede isolatie 50 W/m², bij middelmatige isolatie 75 W/m², bij slechte isolatie 100 W/m².


T

Thermische straling
Een natuurkundig begrip: elk object warmer dan 0 Kelvin zendt infraroodstraling uit. Infraroodpanelen versterken dit principe door elektrisch vermogen om te zetten in gerichte thermische straling.

Thermostaatregeling
Het automatisch aan- en uitschakelen van panelen afhankelijk van de kamertemperatuur. Slimme thermostaten (wifi, domotica) zorgen dat infrarood efficiënt en energiezuinig wordt gebruikt.


V

Vermogen (Watt)
Het elektrisch vermogen van een paneel bepaalt hoeveel warmte het afgeeft. Voor woonkamers meestal 600–1000W per paneel, afhankelijk van de oppervlakte.

Verwarmingslast
De totale hoeveelheid vermogen die een ruimte nodig heeft om comfortabel warm te blijven. Dit wordt berekend met factoren als m², plafondhoogte, isolatie en ramen.


Z

Zoneverwarming
Alleen de ruimtes verwarmen die je daadwerkelijk gebruikt. Groot voordeel van infrarood, omdat de warmte direct voelbaar is na inschakelen. Hiermee bespaar je energie in vergelijking met centrale verwarming die het hele huis verwarmt.